De Amsterdamse grachten en haar geschiedenis
Amsterdam is al een millennium lang in ontwikkeling. 1000 jaar geleden was het Amsterdam zoals we dat nu kennen nog maar een onooglijk vissersdorpje. De geschiedenis van de stad begint in de 12e eeuw, toen het uitgestrekte veengebied ten zuiden van het IJ werd ontgonnen. De streek kreeg de naam Amestelle en ontving in 1306 stadsrechten.
Uitbreidingen na het verkrijgen van stadsrechten
De jonge stad kreeg als bescherming aan beide zijden van de Amstel een aarden wal langs de Amsterdamse grachten, ook wel een burgwal genoemd. Eerst werden de namen van deze burgwallen ontleend aan de kant waar ze lagen: Oudezijds en Nieuwezijds Burgwal. Vervolgens, rond 1380 werd de stad verder uitgebreid en werd er aan de Oude Zijde een tweede gracht met omwalling gegraven, de Oudezijds Achterburgwal. De volgende uitbreiding begon rond 1420. Aan de Oostzijde van de stad werd een nieuwe omwalling gebouwd, langs de tegenwoordige Geldersekade en de Kloveniersburgwal. Aan de westkant van de stad werd een singelgracht gegraven.
Gezicht op Amsterdam in vogelvlucht, Cornelis Anthonisz., 1538. Amsterdam Museum
De grote stadsuitbreiding van Amsterdam
Al snel bleek dat deze uitbreidingen niet genoeg waren voor de groeiende stad. In de jaren na 1585 werd Amsterdam namelijk geconfronteerd met een enorme bevolkingsgroei. In dat jaar vielen Antwerpen, Mechelen en Brussel in Spaanse handen. Het jaar daarvoor was Gent gevallen voor de Spanjaarden. Dit keerpunt in de Tachtigjarige Oorlog leidde tot een stroom van migranten uit de Zuidelijke Nederlanden naar Amsterdam toe. De relatieve politieke en religieuze vrijheid en economische voorspoed in de stad trok ook veel nieuwe bewoners aan. Als gevolg hiervan zorgden de migranten die hierop afkwamen voor een verdrievoudiging van het inwonersaantal van Amsterdam.
De stad, die na de groei 30.000 bewoners telde, was niet voorbereid op deze ongekende toename aan inwoners. Daarom werd door het stadsbestuur het plan bedacht voor de eerste grote stadsuitbreiding van de zeventiende eeuw. Deze stadsuitbreiding kreeg de vorm van een waaier. Er is hiervoor gekozen omdat een ronde vorm de grootste oppervlakte per strekkende meter verdedigingswal opleverde. Ook lag een halfronde vorm het meest voor de hand voor een stad aan het water. De grachtengordel werd rondom het middeleeuwse centrum aangelegd. Amsterdam was in de Middeleeuwen ontstaan rond de Amstel en latere uitbreidingen van de stad gingen daarom altijd gepaard met de aanleg van grachten. Daarnaast was er vanwege het drassige land ook een noodzaak tot het aanleggen van grachten.
De belangrijke uitbreiding van 1613 en de Amsterdamse grachten
Uiteindelijk werd op 5 maart 1613 door het stadsbestuur, ook wel de Vroedschap, het belangrijke besluit genomen voor een nieuwe stadsuitbreiding. Deze zou voorlopig beperkt blijven tot de westzijde van de stad. Daarbij waren er twee hoofdgrachten aangelegd. De Herengracht op de plaats van de oude stadswal, en de Keizersgracht. In vervolg hierop is op 10 augustus een nieuw voorstel gedaan voor de stadsvergroting, een met drie grachten. Op basis van dit nieuwe voorstel zijn de Herengracht, Prinsengracht en Keizersgracht gegraven. De Herengracht werd gegraven vanaf 1613, de Prinsengracht vanaf 1614 en de Keizersgracht vanaf 1615.
Het ontstaan van de Derde Uitleg in Amsterdam
De nieuwe stadsuitleg van Amsterdam moest volgens het stadsbestuur niet alleen gunstig zijn voor de handel, maar ook een mooi en voornaam woongebied bieden. De eerste poging daartoe begon in 1585 met de toevoeging van een nieuwe gracht ter plaatse van de huidige Herengracht. Dit bleek niet genoeg om de bevolkingstoename op te vangen, en men ging over op het aanleggen van een reeks van straten en grachten rond het centrum. Al snel bleek dat het vergroten van Amsterdam gepaard ging met aardig wat kosten. Daarom is er besloten om de grote ring rond Amsterdam in etappes aan te leggen. Deze etappes vormden de Derde Uitleg, die begon vanaf 1610 en de Vierde uitleg vanaf 1662. Tijdens de Derde Uitleg ontstonden de westelijke kanten van de Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht (vanaf de Brouwersgracht tot de Leidsegracht). De nieuwe stad integreerde delen van de bestaande voorstad. Later kreeg deze buurt de naam Jordaan.
Verdeling en gebruik van de Amsterdamse grachten
In de Derde Uitleg was er een variatie in de breedte van de grond die je kon kopen op de gracht. De stad wilde zo aansluiten bij de wensen van potentiële kopers. Zo konden mensen met een kleiner vermogen of industrie grond aan de Prinsengracht kopen en rijkeren aan de Heren- en Keizersgracht. Tussen de huizen aan de Heren- en Keizersgracht bleef een tussenruimte over die was bestemd voor tuinen. De erven tussen de Prinsengracht en Keizersgracht mochten wel geheel volgebouwd worden.
Deze verdeling zorgde er ook voor dat de drie belangrijkste Amsterdamse grachten elk op een andere manier werden gebruikt. De Prinsengracht was een werkgracht, de Herengracht een gracht waar de allerrijksten woonden, en de Keizersgracht was het midden tussen beide. Dit is ook nu nog terug te zien als je naar de grachtenpanden kijkt: de Prinsengracht bestaat voornamelijk uit pakhuizen en smalle woningen, en de Keizersgracht uit bredere huizen. De Gouden Bocht (tussen de Vijzelstraat en de Leidsestraat) in de Herengracht bevatte de echte stadspaleizen die op anderhalf of twee percelen zijn gebouwd. De percelen werden aangeboden op openbare veilingen. Als men een perceel had gekocht, kon daar een eigen huis worden gebouwd. Er kon ook grond worden gekocht door een aannemer of voor projectontwikkeling.
Amsterdam na de Derde Uitleg
Amstelodami celeberrimi Hollandiae emporii delineatio nova, Johannes Janssonius, 1657. Stadsarchief Amsterdam
Exactissima Amstelodami Veteris et Novissima Delineato Per F. De Wit, Frederik de Wit, 1688. Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
De Vierde Uitleg en de toekomst van de Amsterdamse grachtengordel
Bij de Vierde Uitleg werden de Heren-, Keizers-, en Prinsengracht verlengd van de Leidsegracht tot bijna aan het IJ. In de zeventiende eeuw is het deel van de Leidsegracht tot aan de Amstel bebouwd en in de achttiende en negentiende eeuw het deel tussen Amstel en IJ. Na de Derde en Vierde Uitleg was er genoeg ruimte in de stad om alle nieuwe bewoners en industrieën een plek te geven.
Tot op de dag van vandaag is het beeld van de Amsterdamse grachtengordel wereldberoemd en geliefd bij bezoekers uit binnen- en buitenland. De vele kademuren en bruggen waar de stad rijk aan is vormen de verbinding tussen de verschillende delen van de stad. Helaas verkeren veel bruggen en kademuren in Amsterdam in slechte staat, waardoor de Gemeente Amsterdam de bruggen sterk onder handen moet nemen.
Ze moeten ongeveer 850 bruggen en 200 kilometer kademuur, waarvan veel in de binnenstad, met de hoogste prioriteit aanpakken. Dit zal meerdere jaren in beslag nemen maar ook kansen bieden aan de stad. Deze uitgebreide operatie kan uiteindelijk kades en straten vernieuwen en vergroenen voor de stad.