Meer weten over de bruggen in Amsterdam

Wie aan Amsterdam denkt, denkt aan haar grachten – en daarmee, onvermijdelijk aan haar bruggen. De bijnaam “Het Venetië van het Noorden” hebben we mede te danken aan de vele bruggen die de bezoeker oversteekt om de stad te ontdekken.

Het Venetië van het noorden: de bruggen van Amsterdam

Het complexe web dat de verschillende delen van de stad met elkaar verbindt, doet echter niet enkel dienst als infrastructuur. De bruggen van Amsterdam bepalen namelijk voor een groot deel het karakteristieke, pittoreske aanzien van de stad en vormden door onze gehele geschiedenis heen onmisbare punten van herkenning en ontmoeting.

Op de oudste kaart van Amsterdam uit 1554 staan 35 houten bruggen afgebeeld. Dit aantal is door de eeuwen heen flink gestegen; in de Gouden Eeuw kende Amsterdam zo’n 200 bruggen, aan het begin van de twintigste eeuw was dit aantal ongeveer 350, en vandaag de dag spinnen zo’n 1200 bruggen hun web door de stad. Net zoals in de architectuur, vallen ook in het ontwerp van de bruggen verschillende stijlen te herkennen. Vanaf de twintigste eeuw groeide het werk in de stijl van de Amsterdamse School in aanzien. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in het ontwerp van de Koningssluis, tussen het Koningsplein en de Leidsestraat, ontworpen door P.L. Kramer. Deze brug is ondertussen Rijksmonument geworden, net zoals vele andere bruggen in Amsterdam. Een andere brug ontworpen door P.L. Kramer in de typische Amsterdamse School-stijl is de Kikkerbilsluis aan de Prins Hendrikkade.

Oudste kaart van Amsterdam. Stadsarchief Amsterdam: Cornelis Anthonisz, 1554

Uitzicht op de Amstel. Stadsarchief: Gravure Daniel Stoopendaal, uitgegeven Nicolaas Visscher. 1702-1713

Bruggenbouw door de eeuwen heen

De bruggenbouw in Nederland ontwikkelde zich al vanaf de vroege Middeleeuwen. Door ervaringen in kerkelijke gewelfbouw kon men nu ook op onze slappe grond stenen bruggen bouwen. Door de ontwikkeling van de scheepvaart ontstond er, waarschijnlijk tegen het einde van de veertiende eeuw, een behoefte aan beweegbare bruggen, zoals klapbruggen. Deze beweegbare klapbruggen vormden in de zeventiende eeuw een karakteristiek onderdeel van het Noord-Nederlandse landschap. Door opkomend autoverkeer werden niettemin vanaf de twintigste eeuw diverse steile, hoge welfbruggen vervangen door stalen bruggen en werden wipbruggen vervangen door vaste bruggen. Waarschijnlijk is dit ook de reden dat de Blauwbrug over de Amstel in 1938 een ouder exemplaar uit 1839 verving.

Het ontwerp van deze majestueuze brug door De Greef en Springer is eclectisch en vermoedelijk geïnspireerd op bruggen over de Seine in Parijs. Verderop over de Amstel ligt de pittoreske Magere Brug. Op deze plek lag al in 1640 een smalle (‘magere’), houten voetgangersbrug. Deze brug is in 1840 omgebouwd tot een dubbele ophaalbrug, en in 1871 weer omgebouwd tot haar huidige vorm. Verder zien we op naaststaande (op mobiel bovenstaande) prent uit 1702-1713, gezien vanaf de Amstelbrug, achtereenvolgens de Amstelsluizen, de oude Magere Brug en de oude Blauwbrug.

De Vierheemskinderensluis (1836), op de hoek van het Grachtenmuseum. Stadsarchief: Bernard F. Eilers. 1912-1916

“Kikki” de Kargadoor, die de Reestraat bedient. Stadsarchief Amsterdam: Berg en Co., ca. 1912

Bruggentrekkers in oud Amsterdam

Wie wel eens door Amsterdam heeft gefietst, merkt misschien dat de bruggen erg steil kunnen zijn. Op deze foto uit het begin van de twintigste eeuw zien we de Vierheemskinderensluis uit 1836, de brug naast het Grachtenmuseum. Op dit winterse tafereel uit 1912-1916 zien we een zogenaamde Bruggentrekker, of kar-ga-door. Deze mensen hielpen voor een paar cent voorbijgangers hun kar over de hoge welfbruggen van de stad te trekken. Een bekende en populaire ‘kargadoor’ uit Amsterdam was bijvoorbeeld ‘Kikkie van de Prinsensluis,’ die de brug over de Spiegelgracht voor de Prinsenstraat bediende. Daarvóór bediende Kikkie de Reesluis, en in deze tijd verscheen er zelfs een prentbriefkaart van hem. Kikkie de kargadoor, wiens echte naam Christiaan Smit was, overleed in 1940 op 82-jarige leeftijd als laatste van zijn gilde.

Ontmoetingsplaats en nieuwsknooppunt

Waar in een dorp het dorpsplein de plek was waar mensen bijeenkwamen om het nieuws te bespreken, was dat in Amsterdam de brug. De Oude- en de Nieuwebrug waren vooral druk; er werd hier naar hartenlust over het nieuws gediscussieerd en zakengedaan. Op de Oudebrug werd dit versterkt door de aanwezigheid van schipperswinkeltjes, waar het nieuws dat zeelui uit verre landen meenamen met veel belangstelling werd aangehoord. Deze Oudebrug spande over het Damrak en werd gesloopt tegen het einde van de negentiende eeuw. Het verspreiden van nieuws uit verre werelden gebeurde tevens bij het ‘Paalhuis’ bij de Nieuwebrug. Het Paalhuis werd midden zeventiende eeuw afgebroken. Dit Paalhuis was het kantoor waar paalgeld moest worden voldaan voor de in de haven liggende schepen. Ook stonden op de bruggen vaak stalletjes met koopwaar, wat nog meer bedrijvigheid aantrok. Met andere woorden: de bruggen waren het middelpunt van het drukke, sociale stadsleven.

De Nieuwe Brug met het Paalhuis. Stadsarchief: S. Webbers, 1665

‘Stilletjes’ onder de brug

De brug faciliteerde ook een hele andere behoefte. Al in de zestiende eeuw bestond het verlangen de stad schoon te houden, en stond er een boete op wildplassen in de stad. Om de voorbijganger toch in hun behoefte te kunnen voorzien, bestonden er de zogenaamde ‘stilletjes’ onder de brug. Dit waren over de gracht uitgehouwen huisjes; een vroege vorm van het openbare toilet. Deze openbare toiletten (of ‘secreten’) waren smerige plekken waar soms zelfs lijken werden gevonden, maar ook plekken waar buitenstaanders van de samenleving elkaar opzochten. Bovendien kwamen er mannen in deze ‘secreten’ die op zoek waren naar homoseksuele contacten en sliepen er daklozen. Daardoor vormde de brug, en het openbare toilet eronder, het kloppende hart van het straatleven van Amsterdam.

Openbaar secreet op de Oudezijds Voorburgwal ter hoogte van de Nieuwezijds Kolk. Stadsarchief: Pieter Veldhuyzen, 1835

Gosse Bouma, Your memory won’t fade, 2021

De bruggen zijn nog steeds onmisbaar

Vandaag de dag hoeven we niet meer gebruik te maken van een stilletje, zijn we niet meer afhankelijk van verre reizigers voor het overbrengen van wereldnieuws, en hoewel menig fietser het fijn zou vinden, zijn er geen Kikkie’s meer om ons over de brug heen te trekken. Maar de bruggen van Amsterdam staan nog, en vormen een onmisbaar skelet van de stad – waar we onze weg aan herkennen, elkaar ontmoeten, en genieten van de stad.